Marterachtigen

Wetenschappelijk: Mustelidae
Engels: Mustelids
Ondersoorten: 67
Verspreiding: Per soort verschillend
Lengte en gewicht: Per soort verschillend
Leeftijd: Per soort verschillend

De familie is over de gehele wereld verspreid en bestaat uit circa 67 verschillende soorten. Tot de familie behoren hermelijnen, wezels, bunzingen, fretten, dassen, otters, nertsen en marters. Vroeger werden ook stinkdieren tot deze familie gerekend, maar die worden door veel wetenschappers in een eigen familie geplaatst: de Mephitidae.

Marterachtigen komen op alle continenten voor, met uitzondering van Australië (alhoewel daar ingevoerd) en Antarctica, in een grote hoeveelheid aan verschillende soorten habitats, van zeeën tot hooggebergten, en van woestijnen tot toendra’s. Ze verschillen in grootte van de 35 gram zware wezel tot de 30 kilogram zware veelvraat en de 32 kilogram zware reuzenotter.

Net als andere vleeseters hebben ze grote scherpe hoektanden en knipkiezen. Ze hebben een lang lichaam met korte poten. De meeste soorten zijn goede klimmers. Mannetjes zijn over het algemeen groter dan vrouwtjes. Doordat de verschillende soorten vaak zeer verschillende manieren van leven hebben (klimmend, zwemmend, gravend of lopend) verschillen ze ook veel in uiterlijk. Wel hebben vrijwel alle marterachtigen een langgerekt lichaam en korte poten. Alle marterachtigen hebben vijf tenen aan elke voet: anders dan de vier tenen bij de meeste andere roofdieren.

Sommige soorten hebben een mooie pels en worden daarom gefokt of bejaagd. Het zijn hoofdzakelijk nachtdieren.