Karakulschapen worden gehouden in Centraal Azië en Namibië. Jaarlijks worden ongeveer 4 miljoen karakullammetjes gedood voor hun vachtje. Bij hun geboorte hebben de lammetjes fijne, glanzende zwarte krulletjes. Na 3 dagen verdwijnen die en krijgt het lammetje een stuggere, grijze vacht.
Om het zachte karakulbont te verkrijgen, worden de lammetjes kort na de geboorte gevild. Meestal gebeurt dit binnen 24 tot 48 uur. De dieren worden gedood door hun keel door te snijden. Soms worden zwangere schapen gedood voor hun foetus. Het bont van een foetus is nóg zachter en dus meer geld waard.