Bont voor Dieren

De jongere generatie Chinezen begint langzaam beter op de hoogte te raken van de misstanden in de bontindustrie, volgens een ECNS artikel. Su Yun, die in het noordoosten van China woont, legt uit dat zij weigert nog langer bont te dragen, ondanks dat zij zelf in een nertsenfabriek werkzaam is. Zij kent de protesten van dierenactivisten tegen de bontindustrie. De weerstand komt nu ook van binnenuit de modewereld; verschillende grote kledingmerken hebben het afgelopen jaar bekend gemaakt dat zij bontvrij gaan en voor toekomstige collecties dus geen bont meer zullen gebruiken.

De winsten van de bontindustrie zijn gekelderd in de afgelopen twee jaar. In 2016 daalden de prijzen voor nertsenbont met 41 procent. Volgens Huang Yanjie, directeur van de China Leather Association, zien de handelscijfers van 2017 er ook niet goed uit. Nertsenjassen die ooit nog verkocht werden voor 10.000 yuan (€ 1.275) in China, kosten nu nog 3.000 yuan (€ 385).

Huang is van mening dat de oorzaak van terugval vooral komt doordat de consument geneigd is te denken dat de dieren levend worden gevild. “Maar tijdens de gebruikelijke werkwijze in de bontfabrieken is het onmogelijk om het bont van levende dieren te trekken” volgens Huang. Om dit ‘misverstand’ uit de wereld te helpen, doen de Chinese bontfabrieken hun best om het dierenwelzijn te verbeteren in een poging de industrie te laten opleven.

In 2005 circuleerde er een video op het internet van een wasbeerhond die op de grond wordt geslingerd en levend wordt gevild. De video circuleert nog altijd en zorgt voor verhitte discussies omtrent de gruwelijkheid van de bontindustrie. De video zou gemaakt zijn in Suning, in de provincie Hebei. De lokale autoriteiten beweerden dat het om een individueel geval ging. Mark Rissi, maker van de documentaire Fun Fur uit 2005, heeft echter aangegeven dat de videobeelden gemaakt zijn door een Chinese medewerker en dat het er meestal zo aan toegaat. Andere media hebben soortgelijke beelden naar buiten gebracht.

De Chinese bontindustrie gaat terug naar de jaren ’60 toen de handel vooral werd gebruikt om buiten China geld te verdienen. China importeerde eerst levende nertsen vanuit de Sovjet Unie en later vanuit de VS. Toen werd bont, en in het bijzonder nertsenbont, echt gezien als een westers luxeproduct. Vossen en wasbeerhonden werden ook gefokt voor hun bont. De trend zette door tot in de late jaren ’80 toen er steeds meer Russische vrouwen op straat werden gezien in bontjassen in de miljoenenstad Harbin, dat vlakbij de Russische grens ligt. Nadat China lid werd van de Wereldhandelsorganisatie in 2005, was Xu Jiabao, Su Yun’s baas één van de eersten die investeerde in de bontindustrie. Xu bezocht een bontfokkerij in Denemarken en bracht Deens bont van hogere kwaliteit mee terug. Dit bont werd heel populair werd onder de hogere klasse Chinese dames.

Kelderende prijzen voor de verschillende bontproducten lijken nu een duidelijke boodschap aan de bontindustrie te geven. De Chinese bevolking begint steeds meer argwaan te krijgen omtrent de misstanden in de fabrieken. Bont voor Dieren zet zich in voor de bewustwording van het grote publiek in China en wil in 2018 de bontfabrieken undercover bezoeken om beelden te maken. Steun ons nu en wij sturen dit jaar een ervaren camerateam naar China!