Bont voor Dieren

In mei worden de jonge vosjes geboren, na zeven maanden – als de wintervacht op z’n mooist is – worden de dieren op het bedrijf geëlektrocuteerd. Een vossenkooi is meestal 64 cm breed, 100 cm lang en 75 cm hoog, hier zitten een, maar vaker twee vossen in opgesloten. Het voer bestaat uit een prak slachtafval van kip en vis. Rennen in een kooi is uiteraard uitgesloten. De dieren zitten met duizenden dicht op elkaar, in de stank van elkaars uitwerpselen. Vossen zijn bang voor mensen, maar op de fokkerij kunnen ze niet vluchten.

Welzijnsproblemen

Vossen horen niet in krappe kooien. Het zijn ongedomesticeerde roofdieren die nog dezelfde kenmerken bezitten als hun wilde soortgenoten. Ze raken gestrest en ontwikkelen vaak stereotiep en zelfbeschadigend gedrag. Ze verminken zichzelf door hun staart kapot te bijten en weigeren soms wekenlang te eten. Spontane abortussen komen veelvuldig voor en de jongen sterfte is met vijftig procent erg hoog. In veel van de gevallen worden de jongen uit angst en frustratie door hun eigen moeder doodgebeten of zelfs opgegeten. Vossen lopen vaak langdurig in rondjes of draaien voortdurend met hun kopje. Dit abnormale gedrag wordt veroorzaakt door de onnatuurlijke huisvesting van de dieren. In november wordt op abrupte wijze een einde gemaakt aan dit treurige bestaan. De vossen worden dan geëlektrocuteerd met een ijzeren staaf in hun anus.

Vossenfokverbod

De zeer ernstige welzijnsproblemen die vossen op fokkerijen kennen bracht de minister van Landbouw er in 1995 toe de vossenfokkerij in Nederland te verbieden. Elk jaar werden er in ons land 20.000 vossen gefokt voor hun vacht door zo’n tien fokkerijen. Bont voor Dieren voerde jarenlang campagne en een politieke lobby voor een verbod, wat resulteerde in een enorme overwinning.

Dit voorstel van de minister werd door de gehele Tweede Kamer gesteund. Dat betekende helaas niet dat de toenmalige fokkerijen hun hekken direct moesten sluiten. Er gold een overgangstermijn tot 1 april 2008. In deze overgangsperiode mochten bestaande fokkers hun bedrijf niet uitbreiden en er mochten ook geen nieuwe vossenfokkerijen worden opgezet.

Sinds 1 april 2008 zijn er dus helemaal geen vossenfokkerijen meer in Nederland. Het Nederlandse verbod kent een voorbeeldfunctie: in 2009 haalde ook Denemarken een streep door de vossenfokkerij. Het feit dat Nederland al een vossenfokverbod kent, was een belangrijke steun in de rug voor het Deense verbod.

Handel

In andere landen – zoals Finland, Noorwegen, Canada, Verenigde Staten en China – mogen vossen helaas wél voor hun bont gefokt en gedood worden. Dat bont mag nog steeds in Nederland verkocht worden, ook al zijn de vossenfokkerijen hier verboden. Bont voor Dieren werkt eraan om ook de verkoop van vossenbont in Nederland te verbieden. Dat is een logische stap nu de productie van dit wrede product al verboden is in ons land.

Chinese bontindustrie

In China is de bontindustrie snel aan het groeien. Vossen worden hier in armzalige fokkerijen gefokt en vervolgens anaal geëlektrocuteerd of zelfs doodgeslagen of levend gevild.