Bont voor Dieren

Eind 19e eeuw: de eerste bezwaren tegen het dragen van bont. Een bekende bestrijder van bont was de Engelse humanist Henry Salt, een belangrijke inspiratiebron was voor Mahatma Gandhi.

Eerste helft van de twintigste eeuw: De ideologie van de anti-bontbeweging breidde zich uit, maar bleef beperkt tot relatief kleine, progressieve kringen.

Jaren 70: verandering door democratisering van het hoger onderwijs, een andere kijk op autoriteit en traditie, toenemende secularisatie, en een verschuiving in aandacht voor economische groei en welvaart naar aandacht voor welzijn en postmateriële waarden.

Door de opkomst van de televisie wordt de zeehondenjacht zichtbaar. De gewapende mens, die midden in de meest onherbergzame natuur volkomen weerloze dieren de kop inslaat voor een product dat hij al eeuwen niet meer nodig heeft.

Jaren 80: De storm van protest tegen de zeehondenjacht.

1982: oprichting van het Anti Bont Comité.

1986: Bont voor Dieren wordt opgericht, als opvolger van het Anti Bont Comité.

Vanaf de jaren tachtig: een ruime meerderheid van de Nederlandse bevolking is tegen bont. In 2015 vond 84% van de Nederlanders het onacceptabel dat dieren worden gedood voor bont.

1992: nieuwe dierenbeschermingswetgeving. Kern daarvan is het volgende wetsartikel: ‘Het is verboden om zonder redelijk doel of met hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar is, bij een dier pijn of letsel te veroorzaken dan wel de gezondheid of het welzijn van een dier te benadelen.’

2008: de laatste vossen- en chinchillafokkerijen in Nederland sluiten begin 2008.

2008: Europees importverbod op honden- en kattenbont

2009: Europees importverbod voor zeehondenbont.

15 januari 2013: Wet verbod pelsdierhouderij in Nederland. Hierin staat dat pelsdierhouders tot 1 januari 2024 onder bepaalde voorwaarden mogen doorgaan met hun bedrijf. Uitbreiding van het bedrijf of een nieuw bedrijf starten is niet toegestaan. Het bedrijf verplaatsen of overdragen aan een ander kan ook alleen onder voorwaarden. Deze ruime overgangstermijn van meer dan 10 jaar is bedoeld om nertsenhouders de gelegenheid te geven hun investeringen terug te verdienen. De pelsdierhouders hebben van alles geprobeerd om de Wet van tafel te krijgen, maar in november 2017 heeft het Europese Hof bepaald dat deze rechtmatig is.

Sinds die tijd is het aantal nertsenfokkerijen in Nederland afgenomen. In 2019 waren er nog 128 met ongeveer 800.000 moederdieren. In 2020 was het aantal fokkerijen gedaald tot 110 en het aantal moederdieren tot ruim 700.000.

Vanaf 2021 zijn pelsdierhouderijen in Nederland verboden. Het verbod is drie jaar naar voren getrokken, vanwege de vatbaarheid van nertsen voor Covid-19 en het gevaar van reservoirvorming op de fokkerijen.