Bont voor Dieren

De commotie rond de Noorse documentaire Sealers: One Last Hunt zou de Noorse zeehondenjagers weer hebben aangespoord om er toch weer op uit te gaan om zeehonden te doden dit jaar. De Noorse overheid had eerder aangegeven dat de subsidies gestopt werden en zonder subsidies is deze ‘industrie’ ten dode opgeschreven. Het einde van de subsidies leek dan ook het einde van de zeehondenjacht. Dit jaar is er evenwel toch één boot vertrokken, met een subsidie van €210.000 op zak.

 

Een boot uitgevaren
De documentaire vertelt over het leven aan boord van de Havsel, een ijsbreker van 33 meter lang, met kapitein Bjørne Kvernmo, 64 jaar oud en actief als zeehondenjager sinds 1973. Kvernmo vertelt dat er in die beginjaren nog jaarlijks zo’n 30 boten vertrokken om te jagen op zeehonden. Dit jaar werden er 6 vergunningen aangevraagd, waarvan er 3 zijn toegekend, maar uiteindelijk vertrok er één boot. Het einde van de zeehondenjacht wordt toegeschreven aan organisaties zoals Bont voor Dieren die zich al jaren verzetten tegen de commerciële zeehondenjacht. Er zijn cruciale successen geboekt en langzaam sloten wereldwijd markten zich af van zeehondenproducten; producten werden verboden in de VS, EU en Rusland. Vrijwel geen afzetmarkt dus meer voor de producten, maar de industrie werd nog kunstmatig in leven gehouden met subsidies. Tot eind 2015 toen de overheid besloot ook deze stop te zetten.

Subsidie cruciaal?
De documentaire kon rekenen op enthousiaste reacties van het publiek en sleepte de publieksprijs binnen bij Tromsø International Film Festival. In de Noorse pers wordt nu gesuggereerd dat de hernieuwde interesse in het leven van de zeehondenjagers de jagers weer heeft aangezet erop uit te gaan om zeehonden te doden. Maar hoogstwaarschijnlijk is de uitgekeerde subsidie van €210.000 een belangrijkere clou in dit verhaal. En wat blijkt verder? De documentaire is óók gedeeltelijk gesubsidieerd door de Noorse overheid.

De makers van de documentaire hebben de afgelopen maanden rondgetoerd door Noorwegen met een zogenaamde ‘sealfie foto booth’ om de documentaire te promoten. En kapitein Kvernmo hoorde eind februari dat de Noorse overheid een subsidie aanbood van €210.000 om aan te sporen weer uit te varen dit jaar. De Minister van Visserij, Ronny berg, was niet bereikbaar voor commentaar naar de pers. Het riekt allemaal naar een slinkse staaltje marketing van de Noorse overheid om weer aandacht en steun te genereren voor een niet-duurzame en gruwelijke slachting.

‘Ik houd niet meer van zeehonden jagen.’
Maar voor hoe lang zijn ze nog bereid om deze uitstervende industrie op poten te houden? Kapitein Kvernmo zegt zelf: ‘Wij hadden dit jaar het beste voorstel voor de verkoop van huiden, spek en vlees… En het ziet er goed uit. De waarde van spek gaat omhoog – en de olie is heel goed voor je lichaam. We kunnen het niet meer exporteren naar de EU, maar misschien wel naar het Verenigd Koninkrijk na de Brexit.’ Het lijken de laatste stuiptrekkingen van een wanhopige laatste jager, want hij eindigt het interview met de mededeling dat dit toch echt het laatste jaar is en voegt nog toe; ‘Ik hou niet meer van het zeehonden jagen. Ik heb er te lang in gewerkt, en ik voel me er niet meer comfortabel mee.’ Hopelijk kan de Noorse regering zich hier ook eindelijk bij neerleggen volgend jaar.

Eigen vertaling gedeeltes interview, bron: https://www.theguardian.com/film/2017/apr/09/last-of-the-seal-hunters-norway-arctic-ice-activism-documentary